Hoe betrek je anderstalige nieuwkomers of anderstalige leerlingen tijdens de lessen taal en lezen? Enkele adviezen en tips.

Voor anderstalige nieuwkomers of leerlingen die de Nederlandse taal nog niet machtig zijn, is leren lezen geen evidentie. Hun woordenschat is vaak van een heel ander niveau dan die van hun Nederlandstalige klasgenoten. Zij lopen de eerste weken tegen een taalbarrière aan.

In Veilig leren lezen vind je heel wat tips en aanpassingen om ook deze leerlingen te leren lezen en te begeleiden tijdens de les.

Technisch lezen en spelling

Lettercyclus

Tip 1: Alzijdig verkennen van de letter

Anderstalige leerlingen hebben vaak moeite met het uitluisteren en uitspreken van klanken die ze in hun eigen taal niet kennen. Het is daarom belangrijk om extra aandacht te besteden aan het alzijdig verkennen van de letter. Leg de focus op nazeggen, articuleren en voelen hoe je de klank uitspreekt. Herhaald kijken naar de letterfilmpjes en articuleren & voelen van de klanken kan daarbij helpen.

(zie digiregie/naslag/artikelen: Articuleren en voelen van de klanken)

 

Tip 2: Samenwerken met een taalmaatje

Bij het zelfstandig verwerken van de taken in het werkboekje kan het benoemen van de plaatjes problemen opleveren voor anderstalige nieuwkomers. Samenwerken met een taalmaatje kan ingezet worden om samen de klankpositie van een klank in een woord te bepalen. Opdrachten voor begrijpend lezen maken de AN-kinderen onder begeleiding van de leerkracht.

Ook bij het oefenen in Veilig & vlot en met Veilig gespeld kan het werken met een taalmaatje helpen om de woorden goed uit te spreken of om de plaatjes juist te benoemen.


Tip 3: Oefenen met de leerlingsoftware

Oefenen met de software biedt extra kansen voor de AN-kinderen om zelfstandig aan het werk te gaan.


Thema, woordenschat en ankerverhaal

Tip 4: Uitbreiden van het ankerverhaal via pre-teaching

Veilig leren lezen kim-versie bestaat uit 13 kernen. In elke kern staat een thema centraal. Het thema wordt geïntroduceerd met behulp van een ankerverhaal. Aan de hand van die rijke verhalen verwerven de leerlingen een belangrijke ervarings- en taalbasis en raken ze vertrouwd met taalnuances.

Op basis van de onderwijsbehoeften van anderstalige leerlingen is het belangrijk om de pre-teaching** van het ankerverhaal uit te breiden door bijvoorbeeld de illustraties te bespreken, uit te beelden en het verhaal met eenvoudige woorden te vertellen.

(zie handleiding Veilig leren lezen: voorbereiding op de volgende kern)

Praktische-tips-in-Veilig-leren-lezen-kim-versie-voor-anderstalige-kinderen-1

Tip 5: Oefenen tijdens de Extra stertijd

Ook in de ‘Extra stertijd woordenschat’ staan extra oefeningen beschreven. Dagelijkste korte momenten met extra aandacht voor woordenschat zijn voor deze leerlingen nodig. Je kunt die oefeningen uiteraard ook nog aanpassen aan de specifieke woordenschatbehoefte van deze kinderen.


Tip 6: Inzetten op hoogfrequente woorden

Het pakket omvat verhaalwoorden (woorden die in het ankerverhaal voorkomen) en themawoorden. Het pakket is samengesteld op basis van de woordenschatbehoefte van een gemiddeld kind in België en Nederland.

Voor anderstalige nieuwkomers is deze lijst waarschijnlijk te omvangrijk. Voor hen zijn de hoogfrequente woorden van belang. Door deze leerlingen tijdens de woordenschatlessen niet extra te belasten, maar een aangepast aanbod te geven uit die woordenschatlijst, blijven ze toch betrokken.

hoogfrequente-woorden
Omdat veel scholen behoefte hebben aan een overzicht van de belangrijkste woorden uit die lijst, is er voor kern 1 tot 10 van de kim-versie bij elk lesmoment een keuze gemaakt van woorden die behoren tot het minimumwoordenschatniveau van een starter in het 1ste leerjaar.

(zie digiregie/naslag/artikelen: Woordenschatlijst anderstalige nieuwkomers)

 

Talensensibilisering

Tip 7: Aandacht voor de andere taal én het Nederlands

Veilig-leren-lezen---handleiding-tip

Het is belangrijk dat anderstalige nieuwkomers met andere culturen en met een andere moedertaal dan het Nederlands zich thuis voelen in de groep. Zij mogen niet het idee krijgen dat hun eerste taal onbelangrijk of minderwaardig is. Kinderen kunnen zich daardoor onzeker en onveilig voelen. Het is dus belangrijk dat kinderen voelen dat er waardering is voor hun moedertaal en hun cultuur.

Talensensibiliserende momenten tijdens de lessen aanvankelijk lezen kunnen een bijdrage leveren aan hun welbevinden. Je creëert zo ook bij hun Nederlandstalige klasgenootjes meer begrip.

Ook in Studio taal, de taalmethode voor leerjaar 2 tot 6, is er aandacht voor meertaligheid en talensensibilisering. Je krijgt bruikbare suggesties en concrete voorbeelden om andere talen in je klas een plek te geven. Zo kun je een brug slaan naar de thuistaal om de nieuwe taal (Nederlands) beter te leren.

 

Benieuwd naar nog meer praktische tips in Veilig leren lezen kim-versie voor anderstalige kinderen?

Lees dan het volledige artikel: Tips voor scholen met anderstalige nieuwkomers bij het werken met Veilig leren lezen.

(Zie digiregie/naslag/artikelen: Tips voor scholen met anderstalige nieuwkomers bij het werken met Veilig leren lezen.)

 

 

 

Categorieën: Veilig leren lezen, Lager onderwijs, Taal, Lezen, Eerste leerjaar