Geluk schuilt in een klein (lees)hoekje: tips en download.

Lief, verdrietig of grappig?

Tijdens de jeugdboekenmaand in maart staan kinder-en jeugdboeken in de kijker met elk jaar een uniek thema. En dat is in 2023 ‘Geluk’. Wat maakt jouw leerlingen in het eerste leerjaar gelukkig? Of is geluk misschien niet altijd gelukkig moeten zijn? Schuilt het in het lezen van een goed boek? 
Stem met jouw leerlingen over welke woorden in boeken zij lief, verdrietig of grappig vinden. Hoe je dat kunt doen lees je in onderstaande tip.

Woorden verzamelen

Tijdens het vrij lezen-moment of hoekenwerk zit telkens een ander groepje van ongeveer 5 leerlingen aan de groepstafel. Op tafel staan drie glazen potten of drie doosjes, ieder met een etiket. Op een rood etiket staan lieve woorden, op een wit etiket staan verdrietige woorden en op een geel etiket grappige woorden.

Lief, verdrietig of grappig?

Ieder kind aan de tafel heeft een pen en drie blaadjes: een rood, een wit en een geel blaadje. De kinderen lezen in hun eigen vrije leesboek. Wanneer ze in hun boek een woord tegenkomen, waarvan ze vinden dat het lief, grappig of verdrietig is, dan schrijven ze dat op het blaadje met de kleur die erbij past. Ze stoppen hun blaadjes in de pot of het doosje met het etiket van dezelfde kleur. Je kunt uiteraard ook kiezen voor andere woorden. 

Praten over woorden

De opdracht wordt afgesloten met een gesprekje over de inhoud van de glazen potten of doosjes. De hele klas neemt deel aan het gesprek. De kinderen die een woord op een blaadje hebben geschreven, verklaren waarom ze dat woord hebben uitgekozen. Ze vertellen iets over de context, waarin het woord in het boek voorkomt. De andere leerlingen geven aan of het woord voor hen dezelfde of een andere emotionele lading heeft. Maakt het hen gelukkig of niet?

Stem uitbrengen

Als alle woordjes op die manier besproken zijn, kiest de klas het liefste woord (rode blaadjes), het verdrietigste woord (witte blaadjes) en het grappigste woord (gele blaadjes). Die drie woorden hang je op. Aan het einde van de week hangen er vijf rode, vijf witte en vijf gele blaadjes op. Daar kun je met de leerlingen het allerliefste, aller-verdrietigste of aller-grappigste uit kiezen. Stemmen maar!

Leeslogboek

In de tip hierboven stond praten over boeken centraal. Met een leeslogboek geef je je leerlingen de kans hun gedachten op papier te verwoorden. Je kunt er hier eentje downloaden. Geef ieder kind zijn eigen leeslogboek. Eerst lezen en dan pennen maar! 

Leeslogboek

 

Hoe ga je aan de slag?

Kopieerblad 1

Dit is het voorblad van het leeslogboek. Maak kopieën op stevig, gekleurd papier. De leerlingen schrijven hun naam tussen de schrijflijnen. Laat hen vervolgens een tekening maken op een wit vel. Die tekening kleven ze onder hun naam. Nu is het hun persoonlijk leeslogboek. En het is klaar om gevuld te worden! .

Kopieerblad 2

Hier schrijven de leerlingen de titels van hun gelezen boeken op. Ze nummeren de titels. Zo weten de kinderen hoeveel boeken ze al gelezen hebben. Achter de titel vinden ze een cirkel. Daarin tekenen ze een smiley:

🙂  Wauw, wat een superleuk boek!

😐  Bwa, ik vond het boek niet slecht, maar ook niet zo goed.

😕  Bah, dat boek vond ik echt niet leuk!

Op kopieerbladen 3 t.e.m. 7 vind je verschillende verwerkingsopdrachten, waaruit je een keuze kunt maken. Na het lezen van een boek begeleid je je leerling eerst met het noteren van de titel op kopieerblad 2. Daarna bied je één van die verwerkingsopdrachten aan. Overloop zeker de opdracht met het kind, zodat je het kunt ondersteunen bij het lezen van de moeilijke woorden.

Kopieerblad 3

Wie is de held van het verhaal?
Met deze verwerkingsopdracht staan de leerlingen stil bij het hoofdpersonage van het boek. Bovenaan schrijven ze de titel van het boek. Ze kleuren de smiley die aangeeft wat ze van het boek vinden. Daarna schrijven ze de naam van de held van het boek op. Ze tekenen de held.

Kopieerblad 4

Hoe loopt het boek af?
De kinderen beginnen opnieuw met het noteren van de titel en het kleuren van een smiley. Daarna schrijven ze weer de naam van de held van het verhaal op. In het grote vak schrijven ze deze keer hoe het verhaal afloopt. De leerlingen kunnen hier ook een tekening over het boek maken.

Kopieerblad 5

Wat is de leukste passage?
Ook nu weer schrijven de leerlingen bovenaan de titel. Daarna kruisen de kinderen woorden die goed bij het boek passen aan. In het vak gaan ze met kleurpotloden aan de slag om het leukste stuk uit het boek te tekenen.

Kopieerblad 6

Waar gaat het om in dit verhaal?
Bij deze laatste verwerkingsopdracht schrijven de leerlingen de titel. Daarna geven ze hun mening over het boek door kruisjes te zetten. Vervolgens pennen ze neer welk probleem de held moet overwinnen.

Kopieerblad 7

Hoe gaat het verhaal?
Deze opdracht is voor kinderen met wat meer leeservaring. Zij beschrijven het verloop van het verhaal. De vraagjes loodsen hen doorheen het boek.

 

Jouw enthousiasme is belangrijk

Als leerkracht praat je mee en heb je jouw inbreng, maar pas nadat de kinderen in gesprek met elkaar, de gelegenheid hebben gekregen om hun zegje te doen. Een uitgelezen kans om jouw enthousiasme voor lezen nog een keer over te brengen bij de kinderen.

  • Inspiratie voor de activiteit ‘Woorden verzamelen’ is opgedaan uit het boek: Actief met boeken (Philippe Brasseur – Uitgeverij Casterman).
  • Bron: Inspiratietekst bij Jeugdboekenmaand 2023 – Iedereen Leest
  • Bron: Artikel Veilig leren lezen - Lezen is leuk, praten over boeken ook!, Ed Koekebacker

 

Leeslogboek

 

 

Categorieën: Veilig leren lezen, Lager onderwijs, Taal, Lezen, Eerste leerjaar