Lezen? Daar maak je voor iedereen een feest van met deze tips en download.

Lezen is een feest!

Bergen boeken heb je naar je klas gezeuld. Bloedstollende verhalen, verhalen vol humor, sprookjes over ridders en prinsessen … Al die boeken heb je netjes gerangschikt in je klasbibliotheek. Ze staan te wachten op jouw boekenmonsters en -wurmpjes. Klaar om hen mee te nemen op spannende avonturen, vol heldendaden en schurken om te verslaan.
Maar hoe laat jij iedereen genieten van die heerlijke verhalen? En hoe maak jij van lezen een echt feest voor al jouw kinderen?
Hier zijn enkele tips!

Boekenpraat

Helden en schurken, daar draait het tijdens de Jeugdboekenmaand om. Richt een hoekje in om boeken voor te stellen die passen bij het thema. Denk ook aan de aankleding. Knuffels, prenten, citaten … maken de hoek een lust voor het oog.

Houd iedere dag een kwartiertje ‘boekenpraat’. Tijdens dit kwartiertje sta je met je leerlingen stil bij de boeken uit de boekenhoek.

  • Bekijk samen de cover van één van de boeken. Duik in het boek en lees een spannende pagina voor. Laat daarna de leerlingen aan het woord: Wat voelde je toen we dit stukje lazen? Wie is de held van het verhaal? En wie is de schurk? Passen de tekeningen bij de sfeer van het verhaal?
  • Bestudeer tijdens de volgende boekenpraat enkele boeken van één schrijver. Lijken de verhalen op elkaar? Komen dezelfde hoofdpersonen voor in verschillende boeken? Hoe worden de helden voorgesteld? En de schurken? Maakt de schrijver spannende verhalen? Gebruikt hij veel humor? Of schrijft hij verhalen waarin vaak iets engs gebeurt?
  • Ook een reeks boeken van één illustrator kan je aan bod laten komen. Wat valt op aan de tekenstijl? Wat vind jij van de tekeningen? Hoe wordt de held afgebeeld? En de schurk?


Laat op het einde van iedere boekenpraat een lijstje rondgaan. Daarop schrijven kinderen hun naam als ze het besproken boek willen lezen.


Boekenmuur

Richt op het prikbord een boekenmuur in. Hang een kopie van vijf boekcovers op en leg er memoblaadjes bij. Leerlingen die een van deze vijf boeken lezen, noteren maximaal zes woorden die bij het boek passen op een memoblaadje. Ze hangen het blaadje met hun naam erop bij de omslag.

Bij vier of meer memoblaadjes houd je een gesprekje met de hele klas over het boek. Laat de lezers vertellen over hun woorden. Bespreek overeenkomsten en verschillen tussen die woorden. Vraag wie de held van het verhaal is. Is er ook een schurk? Sluit af met de vraag of anderen zin hebben gekregen in het boek.


Leeslogboek

In de vorige tips stond praten over boeken centraal. Met een leeslogboek geef je je leerlingen de kans hun gedachten op papier te verwoorden. Je kunt er hier eentje downloaden. Geef ieder kind zijn eigen leeslogboek. Eerst lezen en dan pennen maar! 

Leeslogboek

 

Hoe ga je aan de slag?

Kopieerblad 1

Dit is het voorblad van het leeslogboek. Maak kopieën op stevig, gekleurd papier. De leerlingen schrijven hun naam tussen de schrijflijnen. Laat hen vervolgens een tekening maken op een wit vel. Die tekening kleven ze onder hun naam. Nu is het hun persoonlijk leeslogboek. En het is klaar om gevuld te worden! .

Kopieerblad 2

Hier schrijven de leerlingen de titels van hun gelezen boeken op. Ze nummeren de titels. Zo weten de kinderen hoeveel boeken ze al gelezen hebben. Achter de titel vinden ze een cirkel. Daarin tekenen ze een smiley:

🙂  Wauw, wat een superleuk boek!

😐  Bwa, ik vond het boek niet slecht, maar ook niet zo goed.

😕  Bah, dat boek vond ik echt niet leuk!

Op kopieerbladen 3 t.e.m. 7 vind je verschillende verwerkingsopdrachten, waaruit je een keuze kunt maken. Na het lezen van een boek begeleid je je leerling eerst met het noteren van de titel op kopieerblad 2. Daarna bied je één van die verwerkingsopdrachten aan. Overloop zeker de opdracht met het kind, zodat je het kunt ondersteunen bij het lezen van de moeilijke woorden.

Kopieerblad 3

Wie is de held van het verhaal?
Met deze verwerkingsopdracht staan de leerlingen stil bij het hoofdpersonage van het boek. Bovenaan schrijven ze de titel van het boek. Ze kleuren de smiley die aangeeft wat ze van het boek vinden. Daarna schrijven ze de naam van de held van het boek op. Ze tekenen de held.

Kopieerblad 4

Hoe loopt het boek af?
De kinderen beginnen opnieuw met het noteren van de titel en het kleuren van een smiley. Daarna schrijven ze weer de naam van de held van het verhaal op. In het grote vak schrijven ze deze keer hoe het verhaal afloopt. De leerlingen kunnen hier ook een tekening over het boek maken.

Kopieerblad 5

Wat is de leukste passage?
Ook nu weer schrijven de leerlingen bovenaan de titel. Daarna kruisen de kinderen woorden die goed bij het boek passen aan. In het vak gaan ze met kleurpotloden aan de slag om het leukste stuk uit het boek te tekenen.

Kopieerblad 6

Waar gaat het om in dit verhaal?
Bij deze laatste verwerkingsopdracht schrijven de leerlingen de titel. Daarna geven ze hun mening over het boek door kruisjes te zetten. Vervolgens pennen ze neer welk probleem de held moet overwinnen.

Kopieerblad 7

Hoe gaat het verhaal?
Deze opdracht is voor kinderen met wat meer leeservaring. Zij beschrijven het verloop van het verhaal. De vraagjes loodsen hen doorheen het boek.

 

Leespret verzekerd

Inspiratie gevonden in de tips?
Ga dan snel aan de slag.
En vergeet de download niet!

Maar misschien eerst nog even de belangrijkste tip van allemaal: welke activiteit je ook uitkiest om aan leespromotie te doen, jouw enthousiasme is de sleutel tot succes. Wanneer jouw leerlingen zien dat jij plezier beleeft aan lezen, zullen zij staan te springen om de wondere wereld van boeken en verhalen in te trekken.

 

Leeslogboek

 

 

Categorieën: Veilig leren lezen, Taal, Lezen, Eerste leerjaar