Een woord meteen aan elkaar schrijven, vraagt veel van de schrijfmotorische vaardigheid van kinderen in het 1ste leerjaar. Bovendien moeten kinderen zich dan niet alleen concentreren op de schrijfrichting en de lettervorm, maar ook nog op de verbindingen tussen de afzonderlijke letters. Door de letters eerst los te leren schrijven, bouw je die vaardigheid stapsgewijs op.
Losse letters en pas daarna letterverbindingen: de voordelen op een rijtje
Eerst de schrijfletters aanleren en pas daarna het gehele woord aan elkaar schrijven heeft voor de leerlingen van 1ste leerjaar heel wat voordelen:
- De leerlingen beheersen de schrijfrichting en de lettervorm van de schrijfletter al en kunnen zich dus volledig richten op de verbinding van de letters binnen een woord.
- De leerlingen zijn zich beter bewust van de verbindingen tussen de letters, waardoor foutieve verbindingen kunnen worden voorkomen. Dat bevordert de leesbaarheid van de geschreven woorden.
- De schrijfmotorische vaardigheden van de leerlingen zijn door het tijdsverloop verder ontwikkeld.
Het aanleren van de letterverbindingen: systematische opbouw
In ik pen! worden alle schrijfletters (met uitzondering van de tweetekenklinkers) als losse schrijfletters aangeleerd. Pas wanneer de leerlingen van het 1ste leerjaar alle letters hebben leren schrijven, worden de verbindingen aangebracht. Het aanleren van de letterverbindingen wordt stapsgewijs opgebouwd. De leerlingen leren eerst de verbindingen vanaf de onderlijn en pas daarna vanaf de bovenlijn.
Bovendien wordt extra aandacht besteed aan verbindingen die wat moeilijker zijn door de vorm van de letter (de let-op-verbindingen).