Bewegend leren is in! Logisch: bewegend leren is leuk, gezond voor je lichaam én heeft een positieve invloed op de hersenactiviteiten. Speciaal voor kleuters ontwikkelde Zwijsen het spel: Rompompom tel & beweeg.
In dit spel leren kleuters tellen en eenvoudige oefeningen maken. Niet door stil te zitten, maar door veel te bewegen!
We vroegen Sanne (42), moeder van Peer (6) en Jonna (3,5) om het spel uit te testen. Vriendinnetje Sara (5) speelde ook mee.
Veel aandacht op school voor bewegend leren
Sanne vertelt: ‘Mijn zoon is een echte jongen en beweegt het liefst de hele dag. Hij springt op de trampoline, houdt van dansen, rennen en balspelletjes. Ook bouwt hij graag parcourtjes van hoepels en planken. Bij hem op school is er veel aandacht voor bewegend leren. Dat vind ik zelf ook belangrijk. Kinderen raken hun energie kwijt en gaan aan de slag op een speelse manier.’
Zet je hersens aan
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat deze aanpak werkt. Als je beweegt tijdens het leren, zijn je hersenen actiever. Je kunt je beter concentreren, onthoudt dingen vlotter en je komt eerder op slimme ideeën. ‘In feite zet je de motor van je hersenen aan door te bewegen. Je brein gaat beter werken,’ legt hoogleraar neurobioloog Erik Scherder uit in zijn boek ‘Laat je hersenen niet zitten’. (Overigens een grote aanrader voor iedereen die meer over het bewegen en het brein wil weten!)
Te weinig bewegen
Elke dag zestig minuten matige tot intensieve beweging, dat is de norm die de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) voorschrijft voor kinderen en jongeren.
De Vlaamse jeugd haalt deze norm amper. Van de kinderen tussen zes en negen jaar haalt zeven procent deze richtlijn, zo blijkt uit onderzoek van de KU Leuven uit 2018 in samenwerking met de UGent, Sciensano en het Vlaams Instituut Gezond Leven.*
Nochtans is voldoende beweging essentieel voor de groei en ontwikkeling van kinderen: niet alleen op fysiek vlak, maar ook voor de mentale gezondheid en sociale ontwikkeling.
Bewegingsopdrachten
Tijd om met Rompompom tel & beweeg aan de slag te gaan! Het is mooi weer, dus het spel wordt buiten gespeeld. Sara en Peer maken twee stapels. Op de ene stapel staan de bewegingsopdrachten, bijvoorbeeld: ‘draai een rondje op je billen’ of ‘steek je handen in de lucht.’ Op de andere stapel liggen de telkaarten.
Sara pakt de eerste beweegkaart: ‘Maak een buiging,’ staat erop. Peer pakt vervolgens een telkaart. Enthousiast rekent hij de som uit: ‘3 + 2 = 5.’ ‘Vijf keer een buiging maken!’ roepen de kleuters in koor. Meteen beginnen ze deze beweging te maken. Ook zusje Jonna doet mee.
Rompompom tel & beweeg
Zelf kunnen lezen is nog niet nodig
Sanne helpt de kinderen even op weg, maar al vlug spelen ze het spel zelfstandig. Op de kaart doet Pompom de beweging voor, dus zelf kunnen lezen is nog niet nodig. De kleuters rollen lachend door het gras. De joker is veruit de favoriet. Dan mag je namelijk zelf een beweging bedenken. ‘Met je haren zwaaien,’ verzint Sara. Na een kwartier ligt de tuin bezaaid met kaartjes. Gelukkig helpt iedereen mee met opruimen.
Binnen, buiten en op school
Sanne is enthousiast: ‘Het spel is simpel en daarom werkt het zo goed. Je kunt het overal spelen. Binnen, buiten of op school. De kleuters begrijpen meteen wat de bedoeling is. Peer en Sara hadden veel plezier met elkaar. Ze waren steeds nieuwsgierig naar de volgende beweging van de stapel. Leuk ook, dat zelfs de driejarige Jonna al een beetje mee kon doen!’ Bestel zelf ook dit spelletje voor in de kleuterklas!
Jules tel & beweeg
Jules tel & beweeg
Voor de kleinste kleuters bestaat dit spel ook in een versie met Jules. Het spel bestaat uit telkaartjes en kaartjes met beweegopdrachten. Samen bekijk je welke beweging er op het kaartje staat. Vervolgens pakt de kleuter een telkaartje. Het cijfer en het aantal vingers op dit kaartje geeft aan hoe vaak je de bewegingen moet uitvoeren!
Bron: Het Vlaamse beweegrapport van november 2018