Strategie-instructie

InteractieInzicht in structuur en opbouw van het verhaal

De routine ‘De verhalensleutel’ start vanuit de ankerverhalen in het prentenboek. Verhalen bieden niet alleen veel spreek- en luisterkansen en een rijke woordenschat, verhalen stimuleren ook het verhaalbegrip en de oriëntatie op geschreven taal. Uit onderzoek blijkt dat dit van groot belang is voor latere vaardigheden, zoals begrijpend lezen.

Het ankerverhaal als startpunt van de routine

In de routine ‘De verhalensleutel’ is het ankerverhaal het startpunt om het ankerthema uit te diepen, bijvoorbeeld het ankerverhaal ‘Blaadjes in de wind’ uit het anker Herfst. Het ankerverhaal is uiteraard sterk gekoppeld aan de probleemstelling in het anker, bijvoorbeeld ‘Wat gebeurt er allemaal in de natuur in de herfst en hoe kunnen we ervoor zorgen dat Loeloe de herfst ook buiten leuk vindt?’. Uit onderzoek blijkt dat dit belangrijk is voor het latere tekstbegrip. De routine geeft de kinderen inzicht in de structuur en de opbouw van het verhaal. Daarnaast worden ze gestimuleerd om te voorspellen wat er  allemaal in het verhaal zal gebeuren.

Gefaseerd en herhaald voorlezen

Omdat verhalen verschillende effecten hebben – voor, tijdens en na het voorlezen – en ook tijd en ruimte vragen van een kind om te verwerken, is er gekozen voor het gefaseerd en herhaald voorlezen van het ankerverhaal:

 

Pre-teaching

 

Taalzwakke kinderen en kinderen met een beperktere achtergrondkennis krijgen een voorbereiding op het verhaal. Ze hebben zo een betere voorkennis als het verhaal gelezen wordt.

 

Ankerverhaal belevend voorlezen

 

Rustig voorlezen met aandacht voor het sociaal-emotionele aspect.

 

Ankerverhaal interactief voorlezen

 

Voorlezen met aandacht voor structuur en verbanden. Interactie kan op gang gebracht worden door vragen te stellen.

Navertellen en naspelen

Na het voorlezen ligt de nadruk niet op het beantwoorden van vragen, maar krijgen de kinderen de kans om verder te reflecteren over het verhaal, het verhaal na te vertellen of na te spelen. Zo raken de kinderen vertrouwd met de structuur van het verhaal. Het kopieerblad met de wie-wat-waar-picto’s kan ingezet worden, of het kopieerblad Stripverhaal waarbij de kinderen een tekening maken van het begin, midden en eind van het verhaal.  

Egel wil naar binnen
Egel wil naar binnen-2
loeloe-ligt