Zo werkt het

Alle leeswerkboekjes van Humpie Dumpie hebben een vaste, herkenbare structuur:

  1. Elk boekje start op pagina 2 en 3 met enkele oefeningen op het lees- en opdrachtenniveau van het betreffende boekje. Wanneer je de gebruikte leesmoeilijkheden en werkvormen op deze twee pagina's samen met je leerlingen doorneemt, ben je er zeker van dat ze zelfstandig met dit boekje zullen kunnen werken.
  2. Op pagina 4 en 5 leest de leerling (al dan niet onder jouw begeleiding) de inhoudsopgave. Dit is een eerste kennismaking met de inhoud van het leeswerkboekje.
  3. Vanaf pagina 6 wordt het verhaal in hoofdstukken gepresenteerd. Alle teksten hebben een relatie met het centrale thema en doorheen alle verhalen fungeert een figuurtje als rode draad. Eén van de teksten is telkens direct gericht op dat figuurtje en biedt een ontknoping in soms geheimzinnige of raadselachtige gebeurtenissen en illustraties. De teksten worden onderbroken door opdrachten, vraag- en antwoordtaken die het interactief lezen stimuleren.
  4. Elk leeswerkboekje eindigt met een terugblik en een opdracht waarin de persoonlijke ervaringen van de leerling centraal staan.

Leeswerkboekjes

Titel Bevat leesmoeilijkheden van
1. wat is er loos in goos? (per 5 ex.)

kern 1-4
(plus extra letters: f, g, l, uu)

2. in de bus bij roel (per 5 ex.) kern 1-6
(plus clusterwoorden mmkm - mkmm)
3. Wat is er toch met Lars? (per 5 ex.) kern 7 en 8
4. Op stap in de Steenstraat (per 5 ex.) kern 8 en 9
5. O nee! Daar heb je Jans weer (per 5 ex.) kern 9 en 10
6. Het geluk van de koe (per 5 ex.) kern 10 en 11
7. Jaarmarkt in het park (per 5 ex.) AVI M4 
8. Geheimen aan zee (per 5 ex.) AVI M4