Ook interactie is een belangrijk aspect binnen de routine ‘De verhalensleutel’ van Dag Pompom!. Niet alleen om de leesstrategieën actief in te oefenen, maar ook om de lessen motiverend en functioneel te maken.
Dag Pompom! biedt de leerkracht duidelijke handvatten om met de leerlingen in interactie te gaan.
Na het belevend voorlezen komt het interactief voorlezen aan bod. In de introductie wordt eerst teruggeblikt op de afsluiting van het belevend voorlezen.
In het anker Ruimte wil Pompom ook een raket maken. Maar het lukt niet goed … Misschien kunnen de kinderen het boek ‘Tobie op de maan’ nog eens lezen en daarna uitleggen aan Pompom hoe hij het kan aanpakken.
Op die manier kunnen de kinderen terugblikken op wat ze nog weten over het verhaal. De leerkracht leest het verhaal opnieuw voor, nu in interactie met de kinderen. De uitgeschreven vorm in de activiteiten is een middel om de leerkracht voorbeelden te geven van hoe die interactie op gang gebracht kan worden, onder meer door:
Door de vragen op te bouwen van meer gesloten naar open vragen, kunnen ook de minder taalvaardige kinderen gestimuleerd worden tot spreken. Dit is het stapsgewijs opbouwen van vragen (ook wel ‘scaffolding’ genoemd). Hierbij kunnen ook strategieën aan de orde komen, zoals:
Ook uitdagende vragen blijven belangrijk om de kinderen te prikkelen tot spreken, bijvoorbeeld bij het verhaal ‘Tobie op de maan’ in het anker Ruimte: Waarom neemt Tobie eigenlijk geen afscheid van mama?
Door hardop uit te spreken wat de leerkracht denkt bij het lezen van het verhaal (Ik vraag me af wat … daarvan zou vinden? Ik denk dat die dat niet leuk zou vinden. Hoe zou jij dat vinden?)
Bij Zwijsen proberen we de kwaliteit van onze leermethoden voortdurend naar een hoger niveau te tillen. En daar horen uiteraard tal van nieuwe ontwikkelingen, gratis materialen en interessante promoties bij. Laat hier je gegevens achter en blijf als eerste op de hoogte van al onze aanbiedingen!